In 1851 werd door twee Duitse ingenieurs (Früchtenicht en Brock) een scheepswef opgericht in Bredow, nabij Stettin. De naam was Schiffswerft und Maschinenfabrik Früchtenicht & Brock. Men richtte zich op de bouw van stoomschepen.

Al na vijf jaar kwamen er financiële moeilijkheden, en maakte men een doorstart met de Stettiner Maschinenbau Vulcan. Ook dit bedrijf kwam in moeilijkheden en als uitweg zag men de bouw van locomotieven. Er werd een onderafdeling Locomotivbau opgericht. Deze afdeling bouwde locomotieven tussen de jaren 1859 en 1926. Daarna werd de locomotief afdeling overgedragen aan locomotieffabriek Borsig in Berlijn. In totaal werden door Vulcan Stettin 4002 locomotieven gebouwd.

De scheepswerf bleef in Stettin. Vanaf 1867 bouwde men pantserfregatten voor de Duitse Kriegsmarine. Naast militaire schepen werd de werf ook een vooraanstaande scheepswerf waar grote zeeschepen werden gebouwd, zowel passagiersschepen als vrachtschepen. Ook in de Eerste en Tweede Wereldoorlogen speelde de werf een grote rol voor de Duitse marine. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de werf in Polen te liggen, waar zij (na enkele eerdere financiële moeilijkheden) bleef bestaan tot in 2009.