Signalen

Bij de dagelijkse exploitatie worden diverse signalen gebrikt. Een goede toeschouwer kan deze signalen op diverse plaatsen langs de baan bekijken. Hieronder worden ze één voor één toegeligt:
    [seinen]   [overwegen]   [stopsignaal]   [bezetsignaal]   [wisselsignaal]   [snelheidsborden]  

Seinen

De spoorlijn van de Trogener Bahn wordt beveiligd met een eenvoudig stelsel van lichtseinen. Een sein kan twee beelden tonen, rood en groen. Omdat de snelheid niet hoog is, zijn (geeltonende) voorseinen niet aanwezig.

Zoals in heel Zwitserland gebruikelijk, is de basissituatie van een lichtsein de rode stand. Pas nadat de machinist middels een infrarood apparaat heeft aangegeven te willen vertrekken, kan het sein in de veilige (groene) stand komen. Direct na passage van de trein komt het sein weer terug in de rode stand.

Hiernaast is een voorbeeld van een lichtsein weergegeven.

[top]


Overwegen

Op de spoorlijn zijn drie soorten overwegen aanwezig:
  • Overweg met halve slagbomen
    Bij drukke zijwegen, en (nabij Vögelinsegg) het wijzigen van de ligging van de linkerkant van de kantonale weg naar de rechterkant van deze weg, zijn overwegen met slagbomen aanwezig. Daarbij zijn uiteraard ook rode knipperende lichtsignalen aanwezig. Alle overwegen worden automatisch door de trein bediend.

    Om de machinist te informeren over de correcte werking van de overweginstallatie, is ongeveer 100 meter voor de overweg een geel knipperend sein aangebracht. Dit gaat knipperen bij de correcte werking.

  • Overweg met lichtsignalen, zonder slagbomen
    Minder drukke wegen worden beveiligd met een installatie bestaande uit een andreaskruis met daarin opgenomen één of twee rode knipperlichten. Ook deze overwegen worden automatisch door de trein bediend.

  • Andreaskruis
    Bij overwegen in stille wegen, in voetpaden, e.d., staat alleen een andreaskruis, en is er geen knipperlicht-installatie aanwezig. Een dergelijk bord staat op de gekste plaatsen, zelfs bij een oprijlaan naar één huis, waarbij alleen voetgangers van dat pad gebruik kunnen maken (zie foto).

 

[top]


Stopsignalen

Bij de meeste haltes wordt alleen gestopt op verzoek. Reizigers in de trein kunnen (net als in de bus) op een knop drukken, waardoor de machinist in de trein wordt gewaarschuwd. Voor reizigers die op een station staan te wachten is er een soortgelijke installatie. In het wachthuisje van de halte is een kast aanwezig met twee knoppen (één per rijrichting). Een reiziger die met de trein mee wil, kan op één van deze knoppen drukken. Ongeveer tweehonderd meter voor de halte gaat er een knipperlicht branden in een speciaal bord, zodat de machinist wordt gewaarschuwd dat iemand wil instappen.

Rechts is een foto te zien van de kast in een wachthuisje, en van het signaal dat de waarschuwing aan de machinist geeft.

 
[top]

Bezetsignaal

Bij normale geven de seinen (rood/groen) aan of het baanvak veilig te berijden is. Het is echter eventueel mogelijk om halverwege een blok terug te gaan. Om aan te geven, dat dit niet mogelijk is, en dat er een tegenligger in het blok aanwezig is, wordt een blok-bezet-signaal getoond. Dit is een wit licht in de vorm van een horizontale streep.

Rechts is een voorbeeld te zien van een bezet-blok-signaal.

[top]


Wisselsignalen

Om de stand van wissels aan te geven, is bij ieder wissel een lichtsignaal aanwezig, dat de stand van het wissel aangeeft.
  • Een witte horizontaal aangebrachte V geeft aan, dat het wissel in de afbuigende stand ligt.
  • Een witte verticale streep geeft aan, dat het wissel in de rechtdoorgaande stand ligt.
  • Een horizontaal aangebrachte V (voor afbuigend spoor) of een verticale streep (voor recht spoor) voor de helft wit, de andere helft groen. Deze kleurcombinatie geeft aan, dat het wissel in de desbetreffende stand ligt, maar dat het wissel in afrijdende richting ook van de andere kant kan worden bereden. Het wissel zal dan onder invloed van de wielflenzen van de trein in de andere stand komen te liggen. Kort na passage van de trein wordt het wissel weer in de originele stand teruggebracht.

Behalve de genoemde lichtseinen voor de wissels komen op het emplacement van Speicher (bij de remise) ook traditionele wisselstandseinen voor (een blokje op het wissel met een verticale streep of een V op z'n kant).

Rechts zijn enkele wisselstand-seinen te zien.

 

[top]


Snelheidsborden

De maximumsnelheid op de spoorlijn bedraagt ongeveer 75 km/h. Maar op diverse plaatsen is het nodig dat er een snelheidsbeperking wordt ingesteld. Omdat er een aantal bijzonder scherpe bogen zijn met een boogstraal van minder dan 50 meter, is het nodig daar een snelheidsbeperking aan te geven.

De beperking wordt aangegeven met een vierkant wit bord, met daarop in zwarte letters de maximaal toegestane snelheid.

Rechts ziet u zo'n bord weergegeven.

[top]


Datum laatst gewijzigd : 28 juli 2010